Amateurverenigingen zouden meer druk op leden moeten uitoefenen om een cursus sportmassage te volgen. Dat zegt zegt Frans Mosterman, die van 1976 tot 1985 sportmasseur was bij Vitesse. “Voor clubs is het van belang dat er op wedstrijd- en trainingsdagen een sportmasseur aanwezig is.”
Maar wat krijgt de sportmasseur, vaak als eerste op de club en als laatste naar huis, er voor terug? De hoofdtrainer ontvangt een flinke hap uit het budget en de vergoeding voor een sportmasseur is dikwijls de sluitpost op de begroting. Mosterman wijst niettemin op het nut van een goede sportmasseur. “Hij werkt preventief en houdt in de gaten dat er zo weinig mogelijk blessures ontstaan. Hij geeft adequate eerste hulpverlening en zorgt dat de geblesseerde speler in het goede circuit terechtkomt. Na bezoek aan arts en/of fysiotherapeut verricht hij de nazorg en treft weer preventieve maatregelen. Je ziet ook dat bij clubs steeds vaker de sportmasseur de hersteltrainingen verzorgt.”
Frans Mosterman was (en is) een op en top sportman. Van zijn veertiende tot zijn achttiende handbalde hij bij AHV Swift, voetbalde vervolgens vijf seizoenen bij SC Velp en stapte daarna als lid van wielervereniging RETO op de fiets. “Omdat ik al eerder intensief fietste, kwam ik bij sportmasseur Corver in Oosterbeek. Ik merkte toen wat massage met je kon doen en raakte geïnteresseerd in dat vak.”
Mosterman volgde de opleiding sportmassage, behaalde zijn diploma in 1970 en bouwde een imposante carrière op. De (mede)-oprichter van FRAMO (1982), als bedrijf ooit gestart in sportmassage en verzorging en inmiddels uitgegroeid tot een landelijke Sport Medische Groothandel, weet waarover hij praat. “Als sportmasseur is het je taak de gezondheid van de sporter te waarborgen en te bewaken. Dat botst wel eens met het belang van de club of een trainer. Je hoort nog steeds wel eens dat de trainer uiteindelijk bepaalt.”
In dat laatste kan Mosterman zich niet vinden. “De medische staf zou beslissend moeten zijn. Zeker in de amateursport hebben speler, trainer, club en masseur in willekeurige volgorde allemaal een rol. Vaak wordt aan de lange termijn voorbijgegaan. Het lichaam moet tijd krijgen om te herstellen en je moet de vraag stellen: wat beschadig ik anders nog meer.”
Dat een sportmasseur en een hoofdtrainer niet altijd op dezelfde lijn zitten, ondervond Mosterman in zijn periode bij Vitesse zelf aan den lijve. “Ik trainde met een speler die terugkwam van een blessure. Het lopen ging prima, waarop de toenmalige trainer Clemens Westerhof zei: ‘Hij is in goede conditie. Kom maar weer bij de groep’. Ik vond dat onverantwoord, maar Clemens zei: ‘Wie is hier de baas?’ Ik ben toen weggelopen en wat dacht je? Vijf minuten later stond die speler weer bij mij.”
Westerhof werd later bondscoach van Nigeria. Mosterman: “Toen kwam hij bij FRAMO verzorgingsmaterialen halen voor de nationale ploeg. Hij was het voorval nog niet vergeten. ‘Ik zat toen helemaal fout’, zei hij. Dat vond ik mooi van hem. Clemens zat toen met Nigeria op Papendal. ‘Kun jij niet met een paar masseurs hier naartoe komen’, vroeg hij ook. ‘Want die er nu zitten, kunnen er niets van’.”
Inmiddels leid Mosterman met zijn bedrijf SOW Opleidingen, een opleidingsinstituut voor massage en verzorging, zelf sportmasseurs op. Een sportmasseur moet kennis blijven vergaren, vindt Mosterman. “Ik praatte met de fysiotherapeut, de orthopeed en de arts. Door op een goede manier samen te werken word je kennis groter. Je moet ook vervolg cursussen blijven volgen. In de cursus sportmassage zat in die tijd geen onderdeel bandageren en tapen, maar dat werd in de praktijk wel van je gevraagd. Ik heb toen in Rotterdam bij twee Amerikaanse specialisten op dat gebied een cursus gevolgd. Je moet in dit vak bijblijven.”
Frans Mosterman richtte in 1982 FRAMO op. FRAMA (Frans-Mathea) was eigenlijk de bedoeling, maar dat bestond al. Aanvankelijk gericht op sportmassage en verzorging groeide FRAMO uit tot een grote landelijke Sport Medische Groothandel, die in 2007 werd overgenomen door dochter Christa.
Sinds 1991 runt Frans Mosterman SOW Opleidingen, een opleidingsinstituut voor sportmassage en verzorging. Mosterman was zelf sportmasseur bij de voetbalclubs SC Velp (1970-1974), AVW ’66 (1971-1975), Rheden (1975-1976) en Vitesse (1976-1985). Hij was ook nog enige tijd verbonden de Arnhemse club GOVA en basketbalvereniging Basketiers. Mosterman zet zich bovendien nog in tijdens de Vierdaagse van Nijmegen.